WillDoFreedom – Tussentijdse update rechtszaak CBG

24-12-2024

Tussentijdse update d.d. 22 december 2024 inzake de rechtszaken van Stichting VoorWaarheid tegen het CBG en de IGJ

Sinds de uitspraak in de bodemprocedure tegen het College ter beoordeling van geneesmiddelen (hierna: “CBG”) heeft Stichting VoorWaarheid een tweesporenbeleid gevolgd:

–       CBG-zaak: Hoger beroep + VoVo bij de Raad van State in Den Haag

–       IGJ-zaak: Handhavingsverzoek + ingebrekestelling + beroep niet-tijdig beslissen + VoVo bij de Rechtbank Rotterdam

Inmiddels is er alweer zoveel gebeurd in beide zaken, dat wij het noodzakelijk hebben geacht om weer een tussentijdse update op te nemen over de huidige stand van zaken: https://videowaarheid.nl/video/willdofreedom-tussentijdse-update-rechtszaak-cbg/. Daarnaast treft u hieronder een samenvatting aan. Voor alle stukken in deze procedure wordt verwezen naar de website: https://voorwaarheid.nl/rechtszaken-cbg/

Procedure tegen het College ter beoordeling van geneesmiddelen (oktober 2023 – heden)

Op vrijdag 22 november 2024 hebben wij de uitspraak in de bodemprocedure tegen het College ter beoordeling van geneesmiddelen (CBG) ontvangen: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2024:11623

Het beroep van de Stichting VoorWaarheid is toen gegrond verklaard en het bestreden besluit is toen vernietigd, maar omdat de rechtbank van mening was dat het CBG het motiveringsgebrek nadien heeft hersteld, zijn de rechtsgevolgen van het bestreden besluit alsnog in stand gebleven. Kort gezegd komt het erop neer dat de rechtbank (ten onrechte) het standpunt volgt van het CBG dat niet het CBG maar de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: “IGJ”) in casu het bevoegde orgaan is om het gebruik van de betreffende geneesmiddelen te kunnen schorsen.

Dit is uiteraard een totaal onzinnig standpunt, hetgeen uitvoerig aan bod is gekomen in de nabeschouwing van de uitspraak, waarin wij hebben uitgelegd hoe deze uitspraak geduid dient te worden en wat de vervolgstappen zijn. Deze uitzending d.d. 28 november 2024 is hier terug te zien: https://videowaarheid.nl/video/willdofreedom-nabeschouwing-cbg-zaak/

Ook hebben Willem en Maria-Louise een uitzending opgenomen bij DWIV (BlckBx) op 30 november 2024. Deze uitzending is hier terug te zien: https://www.blckbx.tv/livestreams/dwiv-2024-11-29

Procedure tegen de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (november 2024 – heden)

Op vrijdag 22 november 2024 heeft de Stichting VoorWaarheid direct een handhavingsverzoek ingediend bij de IGJ met een kopie van de uitspraak in de CBG-zaak. Op maandagochtend 25 november 2024 heeft de Stichting VoorWaarheid een ingebrekestelling gestuurd aan de IGJ met het verzoek om nog vóór het einde van de werkdag een schorsingsbesluit te nemen, aangezien er nog altijd mensen ernstig gewond raken en zelfs overlijden aan de gevolgen van de injecties. Hierop is echter in het geheel niet gereageerd door de IGJ.

Op dinsdag 26 november 2024 heeft de Stichting VoorWaarheid daarom een zogeheten “Beroep niet-tijdig beslissen” ingediend bij de Rechtbank Rotterdam, vergezeld van een verzoek om een voorlopige voorziening en een verzoek om het treffen van een ordemaatregel (totdat er een zitting in de VoVo was ingepland).

Het is zeer merkwaardig te noemen dat de Rechtbank Rotterdam geweigerd heeft om een zitting in te plannen in deze zaak. De rechtbank heeft niet eens de moeite genomen om de IGJ om een schriftelijk standpunt te vragen. De rechtbank heeft enkel gesteld dat de Stichting VoorWaarheid niet-ontvankelijk is in het beroep omdat zij de redelijke termijn (van doorgaans 14 dagen) niet in acht heeft genomen. De rechtbank is echter in het geheel voorbijgegaan aan het feit dat deze termijn niet van toepassing is in spoedeisende gevallen.

Aangezien uit de LAREB-database blijkt dat er alleen al sinds de zitting op 9 september 2024 alweer circa 80 ernstige schadegevallen (waaronder ook overlijdens) bij zijn gekomen, is deze handelswijze van de rechtbank volstrekt onbegrijpelijk te noemen. De rechtbank had op zijn minst beide partijen moeten horen. Op vrijdag 13 december 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam de Stichting VoorWaarheid derhalve ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard en is ook het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen ten onrechte afgewezen.

Verzetschrift d.d. 16 december 2024 inzake de IGJ-zaak

Uiteraard is de Stichting VoorWaarheid het niet eens met deze 2 uitspraken. Op dinsdag 16 december 2024 is er derhalve een verzetschrift ingediend waarin zij gesteld heeft dat de rechtbank (gezien de eerder geschetste feiten en omstandigheden de uitgebreide onderbouwing door VW met medische gegevens, statistieken en overige inhoudelijke argumenten), niet rauwelijks tot de conclusie had mogen komen dat daarmee niet voldoende aannemelijk is gemaakt dat er spoedeisend belang is bij het nemen van de gevraagde maatregelen.

Dit klemt te meer nu de rechtbank tot deze conclusie is gekomen zonder het standpunt van de IGJ te vragen, terwijl juist die geacht wordt te beschikken over de specifieke medische autoriteit en deskundigheid om de onderbouwde stellingen van Stichting VoorWaarheid zo mogelijk te kunnen ontkrachten. De rechtbank had daarom op zijn minst de IGJ om een schriftelijk standpunt moeten vragen en had bovendien de Stichting VoorWaarheid in de gelegenheid moeten stellen om haar standpunt daarover ter zitting toe te lichten. Het beroep is dan ook ten onrechte afgedaan.

Inhoudelijke reactie van de IGJ op het handhavingsverzoek d.d. 19 december 2024

Bijna een maand na het indienen van het handhavingsverzoek aan de IGJ op 22 november 2024, heeft de IGJ dan toch eindelijk een reactie op papier gezet en deze op vrijdagmiddag 19 december 2024 aan de Stichting VoorWaarheid gestuurd.

Inhoudelijk stelt deze reactie niet veel voor; de Inspectie is van mening dat zij geen gebruik hoeft te maken van haar bevoegdheid omdat er geen concrete redenen zouden bestaan om de onveiligheid van het geneesmiddel te vermoeden waardoor er dus geen sprake zou zijn van een acute situatie die vraagt om onmiddellijk ingrijpen.

Er zijn bij de Inspectie geen meldingen of andersoortige informatie (bijvoorbeeld van het LAREB) bekend waaruit blijkt dat sprake is van bijvoorbeeld ernstige, onverwachte bijwerkingen of productdefecten die aanleiding zouden kunnen geven tot bijwerkingen. Er zijn daarom geen aanknopingspunten voor dreigende schade aan de volksgezondheid, aldus de Inspectie. Het verzoek tot handhaving is derhalve afgewezen.

Wederom is er geen enkel inhoudelijk verweer gevoerd en is geen enkel standpunt deugdelijk onderbouwd met nadere stukken. De IGJ is hier – net als het CBG en de rechtbank – een vertragingstactiek aan het toepassen.

De Stichting heeft zekerheidshalve alvast een bezwaarschrift ingediend op maandag 23 december 2024 bij de Minister van VWS tegen de afwijzing van het handhavingsverzoek door de IGJ.

De Stichting heeft daarnaast haar verzetschrift aangevuld en verzocht om, bij gegrondverklaring, het beroep nu aan te merken als gericht tegen het besluit van 19 december 2024. Hiermee wordt de Stichting VoorWaarheid wederom onnodig op kosten gejaagd, nu er weer extra stukken opgesteld en ingediend zijn.

Hoger beroep procedure tegen het College ter beoordeling van geneesmiddelen

Zoals jullie weten volgen wij momenteel een tweesporenbeleid en is er naast de procedure tegen de IGJ ook hoger beroep ingesteld bij de Raad van State tegen de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam inzake de CBG-zaak. Ook hier is wederom verzocht om een ordemaatregel te treffen in aanloop naar de zitting in de bijbehorende voorlopige voorziening. De Raad van State heeft het verzoek om een ordemaatregel te treffen afgewezen op 29 november 2024. Dit betekent dat de handelsvergunningen sowieso van kracht blijven totdat er een uitspraak is gedaan in de voorlopige voorziening die aanhangig is gemaakt op 26 november 2024 maar pas op 6 maart 2025 ter zitting behandeld zal worden door de Raad van State.

Openbare zitting VoVo RvS – publiek toegestaan

Pas op 6 maart 2025 om 10.00 uur zal de zitting inzake het verzoek om een voorlopige voorziening worden behandeld door de Raad van State. De zittingsdatum voor de inhoudelijke behandeling van de hoger beroepsprocedure in de bodemzaak is überhaupt nog niet ingepland. De Raad van State kennende, kan dit nog wel 2 jaar op zich laten wachten. Dat is dan ook de reden dat de Stichting ook altijd om een voorlopige voorziening vraagt, teneinde het proces nog enigszins te kunnen versnellen.

Over deze zaak zal in de toekomst nog een uitzending worden opgenomen.

Oproep aan de kijker

Wij verzoeken de kijkers thuis om massaal meldingen te doen bij de IGJ, aangezien deze kennelijk niet bekend zijn bij de IGJ. U kunt een melding maken door de naam van de gelaedeerde plus de datum en het merk van de injectie en een omschrijving van de klachten te e-mailen naar: meldpunt@igj.nl of door te bellen naar 088-120 50 00 (lokaal tarief).

Tot slot

In deze uitzending leggen wij uit wat er allemaal nog dient te gebeuren in beide zaken.

Wij danken jullie voor jullie steun en donaties en wij wensen jullie alvast hele fijne Kerstdagen en een gelukkig Nieuwjaar.

Videowaarheid