Nabeschouwing uitspraak bodemprocedure Stichting VoorWaarheid versus CBG d.d. 28 november 2024
Zitting:
Op donderdag 24 oktober 2024 heeft de lang verwachte zitting in de bodemprocedure tegen het CBG plaatsgevonden bij de rechtbank Rotterdam. De zitting is hier terug te zien: https://videowaarheid.nl/video/pinch-of-soot-rechtszitting-voorwaarheid-vs-cbg-24-oktober-2024/.
Uitspraak:
Op vrijdag 22 november 2024 is er vervroegd uitspraak gedaan in bovengenoemde zaak. De uitspraak is hier te lezen: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2024:11623
Willem, Jacob en Maria-Louise hebben een nabeschouwing opgenomen over de uitspraak en al hetgeen daarna gebeurd is teneinde de materie iets begrijpelijker te maken voor de juridische leek en de kijkers thuis te informeren over de huidige stand van zaken.
Standpunt CBG:
Het CBG heeft een jaar lang nagelaten om de stelling van de Stichting (dat het CBG bevoegd is om de handelsvergunningen te schorsen) inhoudelijk gemotiveerd te betwisten. Het enige wat het CBG per mail van 3 oktober 2023 heeft laten weten, is dat zij van mening is dat de EMA het bevoegde orgaan is en niet het CBG.
Het is volstrekt ridicuul dat het CBG beweert dat zij niet bevoegd is om Europese vergunningen op het Nederlandse grondgebied te schorsen. Immers, op 2 april 2024 heeft het CBG de Europese AstraZeneca vergunning geschorst op het Nederlandse grondgebied: https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2021/04/02/nieuwe-pauze-vaccinatie-met-astrazeneca-uit-voorzorg-geen-prikken-voor-mensen-tot-60-jaar
In dit bericht staat letterlijk: “Op basis van een nieuwe rapportage van bijwerkingencentrum Lareb, en na overleg met geneesmiddelenautoriteit CBG, de voorzitter van de Gezondheidsraad en het RIVM, is besloten om de komende dagen uit voorzorg niet te vaccineren met AstraZeneca bij mensen onder de 60 jaar.”
Brief van de Minister van VWS over de schorsing van AstraZeneca d.d. 2 april 2021: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25295-1099.html
Kamerbrief over de pauzering van de toediening van het AstraZeneca-vaccin d.d 14 maart 2021: https://open.overheid.nl/documenten/ronl-56ff8ec5-b76c-4d01-b169-b4f238516b5f/pdf
Opdracht rechtbank aan CBG:
Pas nadat de rechtbank hier op 12 september 2024 opdracht toe heeft gegeven aan het CBG, heeft het CBG bij brief van 26 september 2024 laten weten dat zij bij nader inzien van mening is dat niet de Europese Commissie of de EMA, maar de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) het bevoegde orgaan is. Daarmee heeft het CBG in de ogen van de Stichting in strijd met de regels van de goede procesorde gehandeld, aangezien hiermee onnodig veel kostbare tijd verloren is gegaan en omdat dit standpunt inhoudelijk onjuist is. Ter zitting is het hier ook uitvoerig over gegaan.
Beroep gegrond verklaard, maar rechtsgevolgen van het bestreden besluit blijven in stand:
De rechtbank heeft het beroep van de Stichting gegrond verklaard en heeft het bestreden besluit vernietigd aangezien er sprake was van een motiveringsgebrek aan de zijde van het CBG.
De rechtbank gaat echter mee in de (onjuiste) stelling van het CBG dat niet het CBG maar de IGJ bevoegd is, waardoor de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand blijft en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen.
Wel is het CBG in de proceskosten veroordeeld en moet zij 1.750 euro overmaken aan de Stichting alsmede 371 euro voor het griffierecht. De kosten voor het hoger beroep en de twee nieuwe vovo’s bedragen echter 2x 559 euro en 2x 371 euro (1.860 euro), dus per saldo schiet de Stichting hier niet veel mee op, mede gelet op de eerdere kosten die zijn gemaakt.
Hoger beroep CBG + ingebrekestelling IGJ:
De Stichting is direct in hoger beroep gegaan tegen deze beslissing en heeft daarnaast de IGJ in gebreke gesteld en een beroep niet-tijdig beslissen bij de rechtbank ingediend. Er zijn dus 2 nieuwe procedures gestart, waarbij in beide processtukken wederom verzocht is om een voorlopige voorziening te treffen.
Procesverloop na de zitting op 24 oktober 2024:
Op donderdag 31 oktober 2024 om 17.07 uur heeft Stichting VoorWaarheid een 3e vovo aanhangig gemaakt waarin de Stichting heeft gevraagd om alsnog een voorziening te treffen en de handelsvergunning te schorsen in afwachting van de uitspraak (omdat ter zitting vast is komen te staan dat de vrijwilligheid de spoedeisendheid niet in de weg stond). Op 6 november 2024 heeft de rechtbank een herstelverzuimbrief gestuurd (tijdrekken). Daarna zijn de ontbrekende stukken nogmaals overhandigd, hoewel de rechtbank deze stukken al in haar bezit had.
Op dinsdag 19 november 2024 heeft de Stichting VoorWaarheid wederom telefonisch contact gehad met de rechtbank over de 3e vovo en nog een e-mail nagestuurd. Dezelfde dag nog heeft de rechtbank per e-mail de volgende mededeling gedaan: “Naar aanleiding van ons telefonisch contact hedenmorgen, heb ik gesproken met de juridisch medewerker. Hij gaf aan dat er binnen een aanzienbare tijd uitspraak zal worden gedaan in de hoofdzaak. Over de voorlopige voorziening hoort u te zijner tijd meer”.
Het lijkt erop dat de rechtbank geen zin had om deze 3e vovo te agenderen voor een zitting en er daarom voor gekozen heeft om vervroegd uitspraak te doen in de bodemprocedure. De uitspraak stond immers gepland voor 5 december 2024, maar kwam uiteindelijk op vrijdagmiddag 22 november 2024 binnen in het postvak van de Stichting. De 3e vovo is daarmee niet op zitting behandeld.
Direct na ontvangst van de uitspraak op vrijdag 22 november 2024, heeft de Stichting VoorWaarheid om 16.15 uur en 16.53 uur de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (“IGJ”) aangeschreven.
Op maandag 25 november 2024 om 08.48 uur heeft de Stichting VoorWaarheid een ingebrekestelling gestuurd aan de IGJ met het verzoek om een reactie vóór het einde van de werkdag in verband met de spoed om potentiële schade te vermijden.
De IGJ heeft hier niet inhoudelijk op gereageerd, reden waarom de Stichting VoorWaarheid op dinsdag 26 november 2024 een zogeheten “Beroep niet-tijdig beslissen” heeft ingediend bij de Rechtbank Rotterdam, vergezeld van een voorlopige voorziening (de 1e vovo tegen de IGJ, maar dus de 4e vovo die is ingediend in de procedure tegen het CBG sinds 1 oktober 2023).
Voorts heeft de Stichting VoorWaarheid op woensdag 26 november 2024 om 00.56 uur hoger beroep ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen de uitspraak in de bodemprocedure tegen het CBG.
Ook dit processtuk bevat weer een verzoek om een voorlopige voorziening (de 4e tegen het CBG dus, maar de 5e in totaal).
De kans is groot dat de IGJ zich juist weer op het standpunt zal stellen dat niet de IGJ, maar het CBG bevoegd is. Hiermee wordt het een “kastje naar de muur” verhaal.
Door beide partijen tegelijkertijd in een procedure te betrekken, kan ervoor gezorgd worden dat beide partijen kleur moeten bekennen. Zij kunnen nu immers naar elkaar verwijzen. Het lijkt erop dat niemand verantwoordelijkheid wil nemen voor zijn daden
Eerder procesverloop:
- Februari – april 2024 (1e vovo) -> geen spoed en geen onrechtmatig besluit -> vovo afgewezen
- Zitting op 9 april 2024: https://potkaars.nl/blog/2024/4/9/het-college-ter-beoordeling-van-geneesmiddelen-voor-de-rechter
- Uitspraak op: 16 april 2024: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2024:3286
- Augustus – september 2024 (2e vovo) -> ernstige onvolkomenheid -> wel onrechtmatig besluit, maar men neemt prik vrijwillig, dus men kan zichzelf informeren -> vovo afgewezen
- Zitting op 9 september 2024: https://videowaarheid.nl/video/pinch-of-soot-rechtszaak-voorlopige-voorzieningen-cbg/
- Uitspraak op: 10 september 2024: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2024:8850
- Oktober 2023 – november 2024 (Hoofdzaak: bezwaar en beroep)
- Zitting op 24 oktober 2024: https://videowaarheid.nl/video/pinch-of-soot-rechtszitting-voorwaarheid-vs-cbg-24-oktober-2024/
- Uitspraak op: 22 november 2024: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2024:11623
- Oktober 2024 (3e vovo) -> geen zitting (er is vervroegd uitspraak gedaan in de bodemprocedure) -> vovo afgewezen bij gebrek aan belang
- November 2025 – heden (Hoger beroep ingesteld tegen CBG + nieuwe zaak tegen IGJ) (4e + 5e vovo)