In dit bizarre debat in de eerste kamer wordt gedebatteerd over het goed- of afkeuren van de Tijdelijke wet maatregelen. Met de ze tijdelijke wet wordt een eind gemaakt aan de noodverordeningen die zijn ingesteld nadat besloten is dat de Corona pandemie is uitgebroken.
Deze Tijdelijke wet maatregelen wordt ingesteld voor “voldoende beschikbaarheid in ziekenhuiszorg, voldoende bedden, de instandhouding van de sociale en economische infrastructuur en het geven van perspectief in onzekere tijden”.
Er wordt gesproken over “de totale ontwrichting van de maatschappij” en waar meerdere ministers het geen probleem vinden om bij de uitvoering van deze wet onze grondrechten in te perken.
Dat hiervoor geen juridische grond is wordt erkend maar vinden zij onder deze omstandigheden gerechtvaardigd.